“Ik hoorde op de Rotary dat het fiscaal voordelig is om de schenking aan mijn zoon terug te draaien. Klopt dat ?” Deze ogenschijnlijk simpele vraag stelt een vermogende klant. Mijn antwoord stemt hem niet vrolijk.

Het betreft namelijk een schenking uit 2014 van € 50.000,- – opgesteld door zijn accountant – die onder de toenmalige regels vrijgesteld was van schenkbelasting. Vorig jaar sprak ik hem ook al hierover omdat hij het oneerlijk vond dat hij zijn zoon nu niet onbelast nog bij kon schenken tot een totaalbedrag van € 100.000,-. Toen heb ik hem uitgelegd dat op grond van de overgangsregeling (bijna) iedere ouder die vóór of ná dat jaar het maximaal vrijgestelde bedrag heeft geschonken, nu nog onbelast mag bijschenken. Maar iedereen die – zoals hij – in 2014 geschonken heeft, mag dat nu niet meer zonder dat de Belastingdienst schenkbelasting heft.

Dat zit hem hoog en op de Rotary-vergadering heeft hij iets gehoord over de toezegging van de staatsecretaris van Financiën van 9 april jl.. “U moet bewijzen dat u bij de schenking al heeft bedongen dat u deze kunt herroepen. Lukt u dat, dan zal de fiscus erkennen dat in 2014 nooit de eenmalige verhoogde schenkingsvrijstelling is gebruikt. Dus zou je denken dat u daardoor op dit moment onbelast een ton kunt schenken. Maar helaas voor u heeft de staatssecretaris ook een beperking aangebracht. De herroeping werkt fiscaal niet als de voornaamste reden daarvoor is dat de huidige – hoge – vrijstelling geldt. En dat is voor u nu net de enige reden.“

Ik heb hem vervolgens aangegeven dat als hij met zijn Rotary-vriend en de accountant een andere reden kan bedenken om de “oude” schenking terug te draaien, ik graag bereid ben om de situatie voor te leggen aan de belastinginspecteur. Ik geef hem als suggestie mee eens na te denken over de zogenaamde anti-schoondochter clausule. Heeft hij die bij de schenking opgelegd aan zijn zoon ? Of is die misschien te hard geformuleerd ?

Printversie

%d bloggers liken dit: