In een recente lezing in het Centre Ceramique in Maastricht onder de titel Waarvan Akte, heb ik gesproken over de AWBZ. Door de manier waarop het Centraal Centraal Administratie Kantoor (CAK) de (verhoogde) eigen bijdrage berekend, is het mogelijk dat na opname in een verzorgingshuis of verpleegkliniek, op het vermogen ingeteerd moet worden. Daarom stond in de onder-titel van de lezing ook vermeld dat ik zou spreken over mogelijkheden om het opeten van het eigen huis te voorkomen.

Ernst Loendersloot - senior kandidaat notaris te Maastricht

Ernst Loendersloot – senior kandidaat notaris te Maastricht

Voor een uitgebreider verslag van die lezing, verwijs ik naar de notitie die ik geschreven heb. In de volgende twee columns zal ik ingaan op recente rechterlijke uitspraken waaruit blijkt dat sommige theoretische oplossingen worden afgewezen door rechters.

Situatie één:
Verschuif vermogen van Box 3 naar Box 2 door een BV op te richten
Het CAK kijkt voor het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage naar het vermogen zoals dat in de aangifte inkomstenbelasting in Box 3 is vermeld. Dat betekent dus dat het verlagen van dit (fiscale) vermogen de manier is om de maandelijkse bijdrage omlaag te krijgen.

Eén methode om te zorgen voor een lager vermogen in Box 3 zonder het geld daadwerkelijk kwijt te zijn, is om aan Box-hoppen te doen. Zorg dat het vermogen uit Box 3 in Box 1 of Box 2 terecht komt.

Praktisch gesproken is een verschuiving naar Box 1 niet haalbaar omdat het betekent dat er op naam van de patiënt een woning moet worden gekocht en dat de patiënt ook daadwerkelijk daar moet gaan wonen. Maar de patiënt is niet voor niks opgenomen in het verzorgingshuis of verpleegkliniek.

Dan rest alleen nog Box 2; maak van “spaargeld” ondernemingsvermogen. Ook hier is een praktisch probleem: de patiënt zal natuurlijk niet een onderneming drijven omdat het voor hem of haar niet mogelijk is om bijvoorbeeld een winkel uit te baten. Maar in Box 2 zit ook vermogen dat ingebracht is in een onderneming, waarbij een bedrijfsleider de feitelijke onderneming runt. Denk aan een vennootschap onder (VOF) of een besloten vennootschap (B.V.).

Over de VOF heb ik al eens geschreven omdat er in een uitzonderlijke situatie wel aan Box-hoppen gedaan kon worden. Deze keer echter vestig ik graag de aandacht op een zaak die bij de Rechtbank Oost-Brabant speelde.

De bewindvoerder die over het vermogen van de patiënt was aangesteld, verzocht de rechter om toestemming te geven een BV op te richten voor en namens de patiënt. Daartoe moest € 170.000,- van de spaarrekening overgeboekt worden naar de BV als bedrijfskapitaal. Oftewel; dat bedrag zou uit Box 3 naar Box 2 worden overgeheveld.

De rechter geeft hiervoor geen toestemming omdat er geen reële achtergrond is. De patiënt had geen onderneming bij de opname, terwijl de echte reden (volgens de rechter) is om de verhoogde eigen bijdrage voor de AWBZ te omzeilen. En een rechter mag niet meewerken aan het ontduiken van rechtsregels.

De bewindvoerder kreeg dus van de rechtbank geen toestemming om aan Box-hoppen te doen. Het CAK kan dus bij deze patiënt de eigen bijdrage blijven berekenen over (minimaal) € 170.000,-.

Klik hier voor Deel 2

Klik hier voor een overzicht van (bijna) alle artikelen over dit onderwerp.

%d bloggers liken dit: