Deze column gaat niet over de prestaties van Max Verstappen op het circuit van Spa-Francorchamps. Maar over Nederlanders die een geregistreerd partnerschap (GP) zijn aangegaan en in België wonen.
Aanleiding is een artikel in een vakblad waarin beschreven wordt hoe de Belgische en Nederlandse wetgever en rechters omgaan met mensen die niet gehuwd zijn maar wel een affectieve relatie hebben. In Nederland heeft een koppel dan de mogelijkheid om hun relatie vaste vorm te geven middels een GP. België kent de wettelijke samenwoning.
In Nederland is er (bijna) geen verschil tussen een huwelijk en een GP. Zo zijn de partners elkaars erfgenaam, ook als ze geen testament opstellen. Daarnaast is ook de wettelijke langstlevende regeling van toepassing als er (al dan niet gezamenlijke) kinderen zijn.
In België ligt dat iets anders. Partners die wettelijk samenwonen, erven niets van elkaar. Overlijdt één van de partners, dan gaat de erfenis naar zijn kinderen of familie. De langstlevende krijgt wel het vruchtgebruik van de woning, maar vist verder achter het net.
Nederlanders vormen de grootste groep buitenlanders bij onze Zuiderburen. Dus de kans is groot dat er nogal wat Nederbelgen zijn die een GP zijn aangegaan en denken dat hun GP in België dezelfde rechtsgevolgen heeft als een Nederlands huwelijk.
In België wordt het aangaan van een GP echter niet gezien als het sluiten van een huwelijk. Een GP wordt namelijk gekwalificeerd als een wettelijke samenwoning. Dus heeft de langstlevende geregistreerd partner in België veel minder rechten dan wanneer het koppel in Nederland zou wonen. Daarom is het voor GP-ers die in België wonen echt noodzakelijk een goed testament op te maken. Bijvoorbeeld bij mijn Tilburgse collega, mr. Nick van den Berg, mede-auteur van het artikel in het vakblad.