De nieuwe Kerk in Valkenburg
wordt verbouwd en er komt een medisch centrum in.
In een uitspraak van de rechtbank Den Haag
speelde ook dat een aannemer werk verrichte in een kapel. Die kapel bij een
rooms-katholiek ziekenhuis werd omgetoverd tot woningen. De vraag die dan
speelt is of er 6 dan wel 2% overdrachtsbelasting betaald moet worden door de
koper. De koper vindt natuurlijk dat het lage tarief van toepassing is; de
fiscus uiteraard het hoge.
De rechtbank
oordeelt dat er op het moment van levering van de eigendom aan de koper nog
steeds sprake is van een kapel en nog niet van een woning. Dus 6% overdrachtsbelasting.
Toen de akte van levering getekend werd, was er één grote ruimte, verdeeld over twee verdiepingen. Er waren weliswaar een
keuken en twee toiletten, maar dat was volgens de rechtbank niet voldoende om
al te kunnen spreken van een woning.
Bij de zogeheten
transformatie bouw kan het zijn dat er al zo veel vertimmerd is aan een pand
dat het daardoor wel al een woning is op het moment dat de akte van levering
door de notaris wordt gepasseerd. In de Haagse casus is van belang dat er geen
douche of bad aanwezig is. Wellicht zou het anders wel al een woning geweest
zijn.
Mochten de huidige
plannen voor de Nieuwe Kerk niet doorgaan en ideeën opkomen om de kerk te
veranderen in woningen, dan is het voor kopers voordeliger als de eigendom pas
overgedragen wordt nadat er voldoende verbouwd is. Als voor iedereen duidelijk
is dat er een woning is gecreëerd in een voormalige kerk, wordt het lage tarief
aan overdrachtsbelasting geheven.
Dat scheelt de
koper toch 4% overdrachtsbelasting.