Vroeger was er in Maastricht het project Wonen Boven Winkels. Dit had onder meer als doel de binnenstad weer levendig te maken. Woonruimten boven winkels stonden leeg, doordat die alleen bereikbaar waren via de winkelruimten. De huurders van de winkelruimten wilden niet dat bewoners telkens door de zaak via de inpandige trap naar boven gingen. De trap verplaatsen naar de zijkant van de winkel zou meters etalage en winkelruimte kosten. Dus was het goedkoper voor de eigenaar de bovenverdiepingen leeg te laten staan, waardoor de binnenstad na 18 uur doods was.

Ik kom hierop vanwege een uitspraak over de overdrachtsbelasting. Een monumentaal pand wordt verkocht en de fiscus is van mening dat de koopsom gesplitst moet worden. Over de waarde van de commerciële ruimte moet het hoge percentage worden afgedragen.

De koper is het hier niet mee eens. Tientallen jaren lang staat het pand als woning geregistreerd. Dat de laatste jaren alleen de winkelruimte gebruikt is, doet daar niets aan af.

De rechtbank Breda oordeelt dat er inderdaad sprake is van een pand dat naar zijn aard een woning is. Dat blijkt onder andere uit het Monumentenregister. Of het als woning gebruikt wordt, is niet van belang. Omdat de bovenverdiepingen met slechts minimale aanpassingen bewoonbaar te maken zijn én het pand als één geheel moet worden bekeken, hoeft de koper alleen maar het lage tarief aan overdrachtsbelasting te betalen. Om dit te vieren zal de koper waarschijnlijk een goed glas besteld hebben op het nu drukke Vrijthof.

%d bloggers liken dit: