De betrokkene heeft te handelen in het algemeen belang en moet bij zijn dienstverlening eerlijk en oprecht optreden. Het handelen van betrokkene is in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit.

Dit oordeel komt uit een tuchtrechtprocedure waarbij een professionele dienstverlener gestraft is omdat hij de belangen van zijn cliënt boven die van de maatschappij als geheel en met name één specifieke schuldeiser heeft gesteld.

Hier is geen notaris over de schreef gegaan, maar een accountant. Die wist dat een koper van een sportpaard het koopcontract had ontbonden omdat het paard hanentred had. De koper vond dat hier sprake was van non-conformiteit. In normaal Nederlands: hij had een kat in de zak gekocht. Een (forse) schadeclaim lag in het verschiet. De verkoper was een BV, waarvan de accountant adviseur was.

De accountant heeft toen druk gezet op een notaris en een collega accountant om een nieuwe BV op te richten die de voorraad van de bestaande BV zou overnemen. Dat is ook gebeurd en die bestaande BV heeft de koopsom weer direct als dividend uitgekeerd. Netto resultaat: de oorspronkelijke BV is compleet leeg en biedt geen verhaal meer voor de koper van het paard.

In een civiele procedure was overigens al geconstateerd dat deze constructie onrechtmatig was. In de tuchtzaak moest geoordeeld worden of de accountant de beroepsregels overtreden heeft. De tuchtrechter vindt van wel.

Het is goed dat er tuchtrecht is. Het houdt professionele dienstverleners scherp. En meekijken hoe tuchtrechters in andere disciplines oordelen, kan tot nieuwe inzichten leiden.

%d bloggers liken dit: