Hoewel de mogelijkheid om onbelast € 100.000 te schenken is afgeschaft, duikt die Jubelton soms toch weer op.
In 2014 schenkt een weduwe aan haar oudste zoon € 100.000. Hij lost daarmee boetevrij af op zijn hypotheek. Aan haar jongste zoon boekt ze slechts € 16.500 over. Lost hij meer af op zijn hypotheek, dan moet hij namelijk een boete betalen.
Daarna schenkt moeder haar jongste zoon jaarlijks het belastingvrije bedrag. Bij haar overlijden heeft deze in totaal € 42.500 ontvangen, € 57.500 minder dan de oudste. Ruzie is het gevolg.
De rechter moet beslissen wat de bedoelingen van moeder waren. Heeft moeder dit verschil bewust gewild of wilde ze juist dat haar kinderen evenveel van haar zouden krijgen, desnoods door een correctie na haar overlijden ?
Het oudste kind wijst er op dat moeder haar zonen niet heeft verplicht hun schenkingen in te brengen in haar erfenis. Wel moesten zij met de schenkingen aflossen op hun hypotheken. Omdat zijn broer in 2014 een kleiner bedrag boetevrij kon aflossen, heeft moeder er voor gekozen de oudste toen meer te geven.
Zijn broer stelt echter dat die aflosverplichting niet door moeder was bedacht, maar slechts een fiscale eis is. Dat hij wel en zijn broer in de jaren daarna geen schenkingen heeft gekregen, is juist een argument dat moeder haar beide zonen wel degelijk gelijk wilde behandelen. De rechter beslist uiteindelijk dat de jongste zoon nog € 57.500 moet krijgen uit de erfenis. Wat daarna over is, wordt gelijk gedeeld.
