Ambtelijke molens malen niet altijd langzaam. In september 2024 heeft de Hoge Raad vastgesteld dat een bepaling in de erf- en schenkbelasting discriminerend is. En 23 april jl. ligt er al een wetswijziging bij de Tweede Kamer.

De rechtszaak betrof een kind dat door zijn biologische vader niet erkend is. Maar het kind heeft wel een band met hem die voldoet aan de definitie van Family Life uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

De biologische vader overlijdt nadat hij in een testament heeft bepaald dat zijn biologische kind samen met zijn andere – erkende – kinderen erfgenaam is.

De fiscus legt dit kind een hogere aanslag op dan de andere. Ook hij erft van zijn (biologische) vader. Maar fiscaal gezien is hij niet zijn kind omdat deze hem niet erkend heeft. Alsnog vaststellen van het vaderschap is niet mogelijk omdat dit kind al erkend is door de partner van de moeder. Juridisch gezien is die partner zijn vader.

De Hoge Raad beslist dat het biologische kind gediscrimineerd wordt. Alle kinderen hebben dezelfde vader, maar eentje moet meer betalen.

In de Voorjaarsnota is opgenomen dat een biologisch kind bij belastingheffing zal worden behandeld als een juridisch kind. Het heeft dus voor de erfbelasting niet een vrijstelling van slechts € 2.690 maar van € 25.490. En voor de schenkbelasting niet de jaarlijkse vrijstelling van € 2.690 maar van € 6.713. Maar een biologisch kind is daarmee nog steeds niet automatisch erfgenaam. Dat moet nog altijd worden vastgelegd in een testament.

%d bloggers liken dit: