In een rechterlijke uitspraak ging het over de vraag of een eigenaar verplicht kan worden om gas en electra af te nemen van één specifieke partij.
In deze situatie werden gas, water en electra in een recreatiepark geleverd via een buizenstelsel dat eigendom was van de beheerder. Bovenop de tarieven die zijn leveranciers bij hem in rekening brachten, zette hij nog een opslag. Daaruit zouden dan de kosten van onderhoud en vernieuwing van de leidingen in de grond van het park betaald moeten worden. Maar de opslag was nog wat hoger omdat de beheerder rendement wilde halen op zijn investeringen.
De eigenaren van de recreatiewoningen waren verplicht om gas, water en electra alleen af te nemen via het netwerk van deze beheerder. Bij verkoop van de woning moesten zij die plicht weer opleggen aan hun koper. Dat was zo geregeld in een kettingbeding dat in hun eigendomsakte was opgenomen.
De rechters haalden de Gaswet en de Electriciteitswet er bij. Zij oordeelden dat zonder vergunning van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) niet aan kleinverbruikers mag worden geleverd. Ook moeten consumenten keuzevrijheid hebben als het gaat om de leveranciers van gas en electra.
Door de afnameverplichting en het kettingbeding werd de eigenaren deze keuze ontnomen. Daarom mag de parkbeheerder het kettingbeding niet inroepen en kunnen deze eigenaren nu dus zelf kiezen bij wie ze stroom en gas afnemen.
Mogelijk heeft deze uitspraak ook gevolgen voor eigenaren van wie de woning verplicht is aangesloten op blok- of stadsverwarming. Dit moet nog blijken.