Soms kan een klein detail een wereld van verschil maken. Dat blijkt wel uit een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam.
Een koppel kocht een huis en liet een samenlevingscontract opstellen door een notaris. Daarin was geregeld dat als één van hen meer geld zou investeren in de gezamenlijke woning, hij of zij dat bedrag van de ander terug zou krijgen als de relatie spaak liep. Althans, zo had de man het begrepen.
Na een tijd bekoelde de liefde en vroeg de man aan zijn vriendin of ze hem wilde terugbetalen. Hij had namelijk met zijn geld de hele verbouwing van hun gezamenlijke woning betaald. Zijn vriendin wees hem er fijntjes op dat hij hun samenlevingscontract toch nog eens goed moest lezen. Daar stond namelijk in dat deze regeling alleen gold, als de man uit eigen zak meer had ingelegd voor “de koopsom en de kosten”.
Volgens haar sloeg dat laatste alleen op de kosten koper en niet op de kosten van een verbouwing die pas uitgevoerd is ná de eigendomsoverdracht. De rechters gaven de vrouw gelijk. De man kreeg zijn investering niet terug.
Stel dat in het samenlevingscontract had gestaan dat het ging om de inleg voor “de koopsom en de kosten alsmede onderhoud van en verbeteringen aan de gezamenlijke woning”. Die negen woorden extra geven een ander eindresultaat. Bij de berekening van welk bedrag de man van de vrouw terug moet krijgen, tellen dan wel de kosten mee die na de eigendomsverkrijging zijn gemaakt. Een volgende keer meer hierover.