Ik dacht dat het in de tv-serie “Friends” ging om een groep vrienden die samen één loft huurden omdat ze individueel niet genoeg verdienden om een woning te kopen. Maar ze woonden slechts in hetzelfde gebouw.
In Nederland zijn er ook jonge mensen die een huis willen kopen maar de woonlasten niet in hun eentje kunnen ophoesten. Huurt een vriend(in) tijdelijk een kamer, dan kan de koper met die extra inkomsten net wat prettiger leven.
Doet de koper een beroep op de zogenaamde Startersvrijstelling, dan hoeft hij geen overdrachtsbelasting te betalen. Maar in deze situatie moet in beginsel over de waarde van de verhuurde vierkante meters wél overdrachtsbelasting betaald worden. En geen 2% maar 10,4%. De koper kan die kamer namelijk niet zelf gebruiken.
Maar als 90% of meer van het woonoppervlak voor eigen gebruik is, dan is de fiscus zo vriendelijk om over de hele koopprijs de Startersvrijstelling toe te passen. Maar hoe bereken je dat als de huurder en de eigenaar allebei gebruikmaken van de badkamer en keuken ? Sinds kort weten we het antwoord.
Je hoeft alleen de oppervlakte van de verhuurde kamer op te meten. Is dat 10% of minder van het totale woonoppervlak, dan kan de koper een beroep doen op de startersvrijstelling voor de gehele woning. De vierkante meters van de gezamenlijke ruimten rekent de fiscus volledig toe aan de koper. Zo komt deze sneller aan die norm van 90%. Overigens geldt dit ook voor kopers die bij de aankoop 2% overdrachtsbelasting moeten aftikken.