Veel mensen stellen een levenstestament op. Dat is een uitgebreide volmacht, waarin ze vastleggen dat één of meer personen namens hen mogen handelen. Vaak gaat die volmacht direct in, maar soms moet eerst een arts verklaren dat de volmachtgever zelf niet meer capabel is om zijn belangen te behartigen. Zoals bijvoorbeeld bij zwaar hersenletsel of dementie.
Daardoor is duidelijk vanaf welk moment de gevolmachtigde namens de volmachtgever zaken mag regelen. Maar wanneer eindigt die taak nu eigenlijk?
Volgens de wet is dat in beginsel bij het overlijden van de volmachtgever. Deze kan echter in de akte opnemen dat de volmacht ook in dat geval nog blijft gelden. Kan de gevolmachtigde vervolgens nog jaren na het overlijden handelen namens de overleden volmachtgever? Moeten de erfgenamen dan maar met lede ogen aanzien hoe de gevolmachtigde bijvoorbeeld spullen uit de erfenis kan verkopen of zelfs weggeven ?
In een arrest van het Gerechtshof Den Haag worden twee opties gegeven die erfgenamen kunnen gebruiken om een einde te maken aan zo’n ongewenste situatie.
De rechters verwijzen naar artikel 74 lid 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond daarvan kan een volmacht altijd worden herroepen. Bij leven kan de volmachtgever dat zelf doen. Maar volgens de rechters hebben ook erfgenamen het recht hiertoe. Als tweede optie wijzen de rechters op lid 2 van datzelfde wetsartikel. Staat in de volmacht dat deze niet door de dood eindigt, dan kan die specifieke bepaling door een rechter worden gewijzigd of zelfs buiten werking worden gesteld.