Bij het afsluiten van een hypotheek moet ook gelet worden op de “kleine lettertjes”. Die staan niet altijd in de hypotheekakte zelf, maar bijvoorbeeld in de offerte of zelfs in de Algemene Voorwaarden.
Maar ze zijn wel van belang als na een paar jaar blijkt dat de hypotheekrente gedaald is.
Oversluiten van een hypothecaire lening kan altijd, maar op grond van die kleine lettertjes, kan de hypotheekbank een hoge boeterente in rekening brengen vanwege de vervroegde aflossing.
De meeste mensen willen die boete liever niet betalen en creatieve adviseurs menen de oplossing gevonden te hebben in de volgende constructie:
A verkoopt en levert zijn huis aan B en lost zijn schuld af.
B verkoopt en levert een tijdje later de woning weer terug aan A.
A betaalt de koopsom met een nieuwe lening met een rente die lager is dan hij daarvoor betaalde.
Omdat A zijn huis in de eerste stap verkoopt, laten de meeste banken toe dat er boetevrij wordt afgelost. Dus het resultaat is dat A weer in zijn eigen huis woont, met een hypotheekschuld waar A echter een veel lagere rente over betaalt dan over de “oude” lening.
Alleen heb je voor beide transacties een notaris nodig en die hoort ook de belangen van derden in de gaten te houden. Dus niet alleen het belang van A en B als personen die de akte(n) tekenen, maar ook die van de (eerste) hypotheekverstrekker.
Volgens de rechter mag de notaris daarom niet zonder meer meewerken aan dit soort constructies. Dat blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof in Amsterdam.