Met de regelmaat van de klok komen tijdens besprekingen één of meer enveloppen boven water, waar notariële akten in zitten, zoals het “eigendomsbewijs”, de hypotheekakte(n), testamenten en huwelijkse voorwaarden.

Staat in de huwelijksvoorwaarden een zogenaamd periodiek verrekenbeding, dan vertel ik partijen dat ze elk jaar hadden moeten vastleggen hoeveel ze aan inkomen hebben gehad en wat ze aan het einde van het betreffende kalenderjaar overhielden nadat de kosten van de huishouding betaald waren. Op mijn vraag of ze ook “ieder jaar iets met hun huwelijksvoorwaarden hebben gedaan” is negen van de tien keer het antwoord ontkennend. Ze weten vaak niet (meer) wat afgesproken is in die huwelijksvoorwaarden.

Meestal staat in de huwelijkse voorwaarden ook nog een zogenaamde vervaltermijn. Die houdt in dat als niet binnen –bijvoorbeeld – vijf jaar verrekend is, het recht om te verrekenen vervalt. Het gevolg daarvan is weer dat tussen de echtgenoten afgerekend moet worden alsof er nooit huwelijkse voorwaarden hebben bestaan. Oftewel: alsof zij in de wettelijke (voorheen algehele en thans beperkte) gemeenschap van goederen waren getrouwd en dat was nu net niet hun bedoeling.

Onlangs speelde dit in een tuchtzaak. Volgens de accountant van de man hoefde vanwege de vervaltermijn slechts iedere vijf jaar een berekening gemaakt te worden. Wel moesten wel voor elk van de voorafgaande vijf jaren uitgerekend worden hoeveel overgespaard inkomen er in dat jaar was. Die mening van de accountant werd echter niet ondersteund door hetgeen in de huwelijkse voorwaarden stond. De afspraken daarin waren duidelijk: ieder jaar verrekenen met een vervalbeding van vijf jaar.

Nu er niet jaarlijks verrekend was, gold de regel dat er een finale afrekening moest plaatsvinden als ware partijen in de (algehele) gemeenschap van goederen gehuwd. De ex-echtgenoot moest daarom de helft van de waarde van zijn praktijk aan zijn ex-echtgenote uitbetalen.

Dit was niet zoals de man het zich had voorgesteld en hij zocht verhaal op zijn adviseur, in dit geval de accountant. Of het de wens was van deze medicus om de kosten van de accountant zo laag mogelijk te houden door niet ieder jaar te verrekenen weet ik niet. Maar dit was in ieder geval duurkoop.

Het is dus van groot belang om te weten wat in huwelijkse voorwaarden staat. Dus vraag er naar in jouw adviesgesprek met je cliënten en vooral: vraag of de afspraken zijn nageleefd. Is dat niet het geval, wijs ze er dan op dat dit grote financiële gevolgen heeft bij een echtscheiding.

Eventueel kan middels een zogeheten vaststellingsovereenkomst met terugwerkende kracht uitvoering gegeven worden aan het periodiek verrekenbeding.

Wil je hierover wat laten weten, stuur dan een mail.  

PRINTVERSIE (met hyperlinks)

%d bloggers liken dit: