Alhoewel de rechters het druk hebben, doen ze in fiscale zaken soms snel uitspraak. Belastingbetalers weten dan of een bepaalde constructie werkt of niet.

Rechtbank Gelderland heeft op 18 september 2018 een uitspraak gedaan waar de Belastinginspecteur niet blij mee was. Vervolgens heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 december 2019 het oordeel van de rechtbank bevestigd.

De casus is zo interessant dat ik die graag bespreek. Een zeer vermogende man en een iets minder vermogende vrouw trouwen onder het maken van huwelijkse voorwaarden. In de akte legt de notaris vast dat zij niets gezamenlijk zullen bezitten op één specifieke bankrekening na. Niet alleen konden zij allebei over het saldo beschikken, maar ze werden hierdoor samen eigenaar van het geld op die rekening, ieder voor de helft. De man maakte vervolgens €10 miljoen over naar die rekening.

Volgens de Belastinginspecteur heeft de man hierdoor €5 miljoen aan de vrouw geschonken. Daarom stuurt hij de vrouw een aanslag schenkbelasting.

De rechters beslissen echter zowel in eerste als in tweede instantie ten nadele van de inspecteur. Alhoewel partijen via de huwelijkse voorwaarden ervoor zorgen dat hun gemeenschappelijk bezit beperkt is tot die ene bankrekening, is niet op voorhand duidelijk of de vrouw er beter van wordt. Pas bij ontbinding van het huwelijk door overlijden van één van de echtgenoten of bij echtscheiding kan een eindtelling worden opgemaakt en wellicht is het geld dan al op.

Dit is nog niet het eindoordeel want ik verwacht dat de fiscus de zaak nog zal voorleggen aan de Hoge Raad.

Wil je hierover wat laten weten, stuur dan een mail.  

Printversie: klik hier.

%d bloggers liken dit: